door Paul de Schipper. Verslaggever van "BN de Stem" te Breda.
Vrijdag 4
januari 2008 - DONGEN - De Sociëteit van de Witte Paters in Dongen, de
Missionarissen van Afrika, werd in 1868 gesticht door Kardinaal Charles
Lavigerie, de aartsbisschop van Algiers.
MISSIES IN NOORD, OOST,CENTRAAL,
ZUID EN WEST AFRIKA
De eerste missie vond
plaats onder de Arabieren in Algerije. Wereldwijd telt de Sociëteit nog 1700
leden. De Sociëteit is werkzaam in 24 Afrikaanse landen. Het huis van de Witte
Paters hier is een lommerrijke plek aan het riviertje de Donge, een
traditioneel katholiek gebouw met hoge gangen. 'Missionarissen
van Afrika' staat er op een wit bordje tussen de rododendron waarvan de
bladeren door de vrieskou slap omlaag hangen.
Toch: een tropisch welkom. 'Karibu' groet een
opschrift in de entree, ‘welkom’ in het Swahili, de taal van Oost-Afrika. Hier
in dit gebouw lopen ze al meer dan honderd jaar voorop met de globalisering. De
Witte Paters van Dongen zouden het woord uitgevonden kunnen hebben. En nog
altijd worden van hieruit lijnen over hele wereld getrokken, maar vooral over
Afrika.
Hier aan de Donge wonen mannen die ooit de
majestueuze Congostroom, de Niger en de Nijl bedwongen, met wat wereldse zaken
in een vaak oude koffer en het geloof begeesterd in
hun lijf.
JE
LEVEN DELEN MET MENSEN, EN “ER ZIJN”
Ontmoeten, opbouwen, het Woord verspreiden, onderwijs
verzorgen, hun leven delen met de mensen daar, vooral door 'er te zijn'. Mensen
waarvan wij, nog altijd, vinden, dat
ze 'ontwikkeld' moeten worden.
Achttien mannen, achttien vaak vertelde
levensverhalen, achttien nooit geschreven boeken. Luister eens naar de man die
woont bij 'de mensen die gras zochten tot hun gezicht verweerd raakte'.
Elke ochtend om tien uur drinken ze met elkaar
koffie: de ‘gepensioneerde’ missionarissen van de sociëteit van de Witte
Paters. De jongste is 66, de oudste 84. "We zijn een uitstervend
ras", zegt
Harrie van de Riet, de 'coördinator' van het
missiehuis in Dongen: "In 1962 hadden we nog vijfhonderd Nederlandse
leden, nu nemen de priesters uit de Derde Wereld het over". Harry Mulders:
"Onze taak was: “onszelf overbodig maken”. Dat hebben we
gedaan."
ZIELTJES
WINNEN ?
Ze gingen er naar toe om “verdorven
zielen van duistere duivels terug te winnen”, maar ze ontdekten ook
lichtplekken of - zoals een Bantu-spreekwoord zegt: 'Wie vrienden heeft, wordt nooit
door duisternis overvallen.'
Hans Remhs: "Bekeren? Zieltjes winnen, zeg je?
We deden veel meer! We
waren er om de mens recht overeind te zetten. Scholing, een dak, eten,
waardigheid."
Op een wandmeubel in de
'huiskamer' van de Witte Paters staat een slagtand van een olifant. Ivoor!
Verboden waar, maar: vergiffenis. Dit 'Afrika-relikwie' dateert nog van ver vóór
de tijd dat Ernest Hemingway en prins Bernhard vrij op groot wild mochten jagen.
De mannen die hier aan de koffie zitten en zich
vervolgens aan een lange tafel schikken om adresstickers op de ‘Contactbrief’
te plakken, hadden ooit parochies zo groot als Noord-Brabant onder zich. Remhs:
"Ik ken alleen West-Afrika."
In die ene zin neemt hij een rij landen mee als Niger, Mali en Mauritanië, elk
minstens zo groot als Frankrijk. Remhs gaf achttien jaar wiskundeles in Burkina
Faso en werkte er 22 jaar als administrateur van een bisdom. Hij weet nog hoe
de kerk er zich aanpaste aan het lokale economische leven: "In de
buitenstaties hadden we één keer in de drie weken een
zondagsviering, als het markt was. Dan kwamen de mensen van tien kilometer ver –
en meer - aanlopen. Eerst de mis en daarna begon de markt."
VERHALEN
Verhalen? Ja, al zijn ze soms ook wat terughoudend. Remhs: 'De beste propagandist voor Afrika is degene die er niet gewerkt heeft maar er wel heeft rondgereisd. Die komt met de mooiste verhalen thuis."
Witte Paters plakken
stickers op hun Contactbrief in de koffiekamer. foto
Paul de Schipper
Artikel uit BN de Stem, Breda.
Webmaster-NL |